Menu Sluiten

Canon van Krimpen

1150 Rond 1150 werden de Lek en de Hollandsche IJssel bedijkt. Krimpen aan den IJssel ligt in de Krimpenerwaard, op de plek waar de IJssel in de Lek uitmondt. De vroegste vermelding van de streeknaam ‘Crempene’ is in een tekst uit 1130. Het woord ‘krimpen’ verwijst vermoedelijk naar een rivierbocht.
1277 De ambachtsheerlijkheid Krimpen aan den IJssel wordt voor het eerst vermeld. Er is dan sprake van twee dorpen, die Krimpen heten, gelegen aan de Merwede en een aan de Yssel. Het gebied Krimpen aan de Yssel bestaat uit twee polders: Langeland en Kortland. De namen van Langeland en Kortland hebben betrekking op de lengte van de percelen, die door afwateringssloten waren omgeven. Die van Langeland waren 2100 meter lang, die van Kortland 1400 meter. Er was vrijwel uitsluitend bebouwing langs de dijk.
1300 Het eiland Stormpolder, ook genoemd Kralingerpolder, Stormspolder of Stroomspolder, is genoemd naar de man die het eiland rond 1300 bedijkte. Bij de polder was een groot vloedbos was oorspronkelijk een grote griend. Hier groeide groene teen die door griendhakkers werd gesorteerd in onder andere bonenstukken voor tuinderijen en hoephout voor haringvaatjes.
1375 Stormvloed in oktober van dat jaar: bij een dijkdoorbraak ontstond de Waal bij de Waalsingel. Hier is goed te zien hoe de rivieren zich niet altijd lieten bedwingen. Andere voorbeelden zijn de Waal bij de grens met Ouderkerk en het waaltje tussen twee monumentale boerderijen aan de IJsseldijk 218/220 en 222.
1500 Van de 16de tot de 19de eeuw waren er vier steenplaatsen in Krimpen. Ze maakten gebruik van plassen in het buitendijks gelegen land waarin rivierklei kon bezinken (de zgn. zellingen). De arbeidsomstandigheden waren slecht. In 1875 telde met 171 mannen en vrouwen boven de 16 en 62 kinderen. Bekend is dat ouders op straffe van ontslag gedwongen werden hun kinderen ook in de steenfabriek te laten werken. Ook was gedwongen winkelnering heel gewoon. Met die klei werden de ijsselsteentjes gebakken. Uiteindelijk legde men het af tegen de (grotere) waalstenen. Eind 19de eeuw sloten de meeste steenplaatsen de poorten. De laatste was in 1929 van de NV J. Mijnlieff Fz.
1514 In de polders was en in een voortdurende strijd om het behoud van droge voeten. In 1514 zijn de eerste molens in Krimpen gesignaleerd. Dat bleek na verloop van tijd onvoldoende. Men ging over tot een systeem van bemaling in twee etappes, waarbij een lage en een hoge molen het water steeds een trapje hoger brachten om het uiteindelijk in de rivier te lozen. Sinds 1783 had Kortland een hoge en lage molen. De water uit de polder Kortland vond zijn weg naar de IJssel via de Molenvlietsingel Langeland kreeg de tweede molen in 1846. Het water uit die polder werd via de Langelandsche Boezem geleid.
1600 In de 17e eeuw ontstaan er bij de Kortlandse sluis en in de Stormpolder de eerste scheepwerfjes. Eijngbrecht Janz Vijftichschilt was in 1610 de eerste bekende eigenaar van de werf bij de Kortlandse sluis, die later in de 19de en 20ste eeuw onder de families Otto, resp., Van Duijvendijk groot zouden worden. In 1685 begon Cornelis Robberecht de Bruin een scheepswerf in de Stormpolder die vanaf 1820 onder de familie Van der Giessen zou uitgroeien tot de grootste werf van Krimpen.
1630 Krimpen breidde zich niet snel uit; in 1630 telde het nog maar 50 huizen met 200 inwoners. De bebouwing had voornamelijk de vorm van lintbebouwing langs de dijken. Van die eerste 50 huizen is er nog maar een enkel voorbeeld over, zoals de boerderij waarin nu het Streekmuseum is gevestigd.
1825 Maurits Jan Weggeman Guldemont werd in 1825 benoemd tot de eerste burgemeester van Krimpen aan den IJssel en van de Stormpolder, toen nog een zelfstandige gemeente. De burgemeester was in die tijd tevens (gemeente)secretaris. Daarvoor was hij schout van beide gemeenten, een functie die hij ook enkele jaren in Ouderkerk uitoefende. Na de Franse tijd werd het openbaar bestuur in Nederland gemoderniseerd en werden schout en schepenen vervangen door burgemeester en wethouders.
1829

Ter hoogte van IJsseldijk nr. 359 bestaat nog een buitendijkse begraafplaats, voor zover bekend, uniek in Nederland. De begraafplaats, die nu niet meer in gebruik is, werd in 1829 in gebruik genomen. Daarvóór begroef men in Ouderkerk. Daar gingen de inwoners van Krimpen aan den IJssel en de Stormpolder naar de kerk en in en rond de kerk werden ze ook begraven. Door de herinvoering in 1828 van een Frans decreet uit 1804 moest Krimpen haar eigen begraafplaats aanleggen. De begraafplaats moest al in 1857 worden uitgebreid omdat er te weinig ruimte was voor graven ten behoeve va de armen. In 1901 was er weer ruimtegebrek. Toen werd de oplossing gevonden in een nieuwe binnendijks gelegen begraafplaats “Aula en Begraafplaats IJsseldijk “. Na die tijd vonden er alleen nog bijzettingen plaats in familiegraven. In 1945 was de laatste. Daarna dreigde verschillende malen ruiming van de begraafplaats. Met name door de inzet van leden van de Werkgroep Oude Begraafplaats van Historische Kring is het danken dat deze unieke plek behouden is gebleven. Eind 1998 nam de gemeenteraad van Krimpen het besluit tot behoud en restauratie van deze begraafplaats.

1840 Transport: De Goudse boot. Omstreeks deze datum is dit een teken van vooruitgang. Een snelle verbinding met Gouda en Rotterdam over de IJssel.
1844 Krimpen was lange tijd wat betreft het onderwijs een achtergebleven gebied. In 1844 werd een begin gemaakt met het inhalen van de achterstand. Met de bouw in 1929 van de derde openbare lagere school had Krimpen de omslag naar een moderne gemeente gemaakt. In 1844 verzocht schoolmeester Verboon op eigen kosten een bijzondere school te mogen stichten. Hij bouwde aan de IJsseldijk een school en een onderwijzerswoning. Pas na enige aarzeling kreeg hij in 1846 toestemming van de provincie. Later heeft de gemeente met subsidie van de provincie het gebouw overgenomen. In 1852 werd Verboon “openbaar onderwijzer”.
1848 De stad Gouda verkoopt de veerrechten aan J. Noorlander. Krimpen lag aan de weg van Rotterdam naar de Krimpeneren Alblasserwaard. Het overzetveer over de IJssel naar Capelle vormde daarin een schakel. Het veer bestond toen uit een vierkante bak die langs een kabel heen en weer gehaald moest worden. In 1852 gelastte de provincie Noorlander om de veerweg tussen IJsseldijk en de veersteiger in orde te maken. Passagiers moesten nu teveel door de modder lopen. Later werd het veer eigendom van de familie Van der Ruit. Het bleef –inmiddels gemotoriseerddienst doen tot de opening van de Algerabrug in 1958.
1855 De gemeenten Krimpen aan den IJssel en Stormpolder worden samengevoegd. De raad van de gemeente Stormpolder had eerder tevergeefs bezwaar gemaakt tegen de samenvoeging. Men vreesde onder meer dat de geest van de inwoners van krimpen en de Stormpolder te zeer verschilde en de jaarlijkse lasten waren in Krimpen ook hoger.
1865 Aan de rand van de Sliksloot koopt Jan Buijs grond voor een scheepswerf. De scheepswerf Buijs bestaat nog steeds (2015). Geleid door de familie Buijs.
1866 De eerste kerk wordt ingewijd. Krimpen aan den IJssel was bijna geheel Nederlands Hervormd en deze kerk was een zogenoemde Waterstaatskerk, die (binnendijks) aan de IJsseldijk werd gebouwd. Vóór het gereedkomen van deze kerk gingen de gelovigen in Ouderkerk aan den IJssel naar de kerk.
1880 Vanaf dit jaar is er een gemeentegeneesheer. Per 1 januari 1899 is dat dokter W.M. Blom, die het begin inluidt van drie generaties Blom als huisartsen in Krimpen aan den IJssel. De derde, ook W.M. Blom, beëindigde zijn praktijk in 2000.
1894 Bouw van de Koolteerfabriek in de Stormpolder. Het gemeentebestuur had bezwaar gemaakt tegen de komst van deze fabriek op grond van negatieve ervaring met een soortgelijke fabriek in Amsterdam. De fabriek had weliswaar verklaard dat het productieproces nu veel schoner was, maar de werkelijkheid was anders. Stank en vervuild rivierwater (toen ook drinkwater), schade aan de riviervisserij. Het mocht niet baten. In 1898 werd het merendeel van de bezwaren door het Rijk ongegrond verklaard.
1883 Het eerste stoomgemaal, het gemaal “Langeland en Kortland”, met centrifugaalpomp wordt in gebruik genomen. Het vervangt alle molens van de polders Kortland en Langeland. De waterpeilen van beide polders waren gelijkgetrokken.
1903 De fabriek Hollandia wordt in de Stormpolder gevestigd voor het vervaardigen van hydraulisch geperste straattegels. In de jaren 20 was de productie niet langer lonend. Er werd overgeschakeld op schroefbouten en later op constructiewerk.
1909 Drinkwaterleidingbedrijf begint de activiteiten als gevolg van een overeenkomst tussen Lekkerkerk, Krimpen aan den IJssel, en Krimpen aan de Lek. In 1916 sluit Ouderkerk aan den IJssel zich hierbij aan. Het bedrijf opereert onder de naam “Lek en IJssel”. Lekkerkerk had een watertoren en er werd een tweede watertoren gebouwd op de grens van Krimpen aan den IJssel en Ouderkerk aan den IJssel.
1916 Burgemeester van Walsum nam in 1916 het initiatief tot het oprichten van de woningstichting “Gemeentebelang”. Deze woningbouwcorporatie ging de strijd aan met de slechte woontoestanden met de vele “onbewoonbaarverklaarde” klein particuliere huisjes. Het eerste project was de bouw van in totaal 115 woningen in de Tuinstraat.
1923 Transport: 19 december 1923 door de exploitant G. Stam & Co komt er een busdienst naar Gouda. De eerste bus is een Ford.
1929 Van 1926 tot 1936 waren de crisisjaren: er kwamen toen zgn. werkverschaffingsprojecten. In dat kader werd o.m. de Sliksloot verbreed en verdiept. Krimpen had behoefte aan een goede schippershaven en een nieuw industrieterrein. Het uitdiepen gebeurde in twee fasen, waarbij de Sliksloot werd afgedamd en het water eruit gepompt. Met schop en kruiwagen werd de Sliksloot zo op 3 meter onder N.A.P. gebracht. In het verlengde van de Tiendwegstoep werd een betonnen brug gebouwd. Toen de betonnen brug nog in de bekisting stond uit te harden, brak bij flink hoog water de dam door waarbij met veel geraas de bekisting van de brug door het water werd meegesleurd. Gelukkig was het hardingsproces al goed gevorderd zodat de brug geen schade opliep.
1951 Hoogbouw in Krimpen. In mei van dat jaar kwam de eerste van de vier prinsessenflats gereed. Met de Beatrix, Irene, Margrieten Marijke flats kreeg Krimpen er in een keer 176 woningen bij, een welkome aanvulling van de woning voorraad in de toen heersende woningnood. Daarnaast werden er 64 zgn. duplexwoningen gebouwd. Duplexwoning is een woningtype waarbij twee boven elkaar liggende flatjes relatief eenvouding konden worden samengevoegd tot een eengezinswoning.
1953 In de nacht van 31 januari op 1 februari werd door een combinatie van een Noordwester storm en springvloed een groot deel van Zuidwest Nederland overstroomd. Zeeland had het meest te lijden, maar van Krimpen aan den IJssel liep de Stormpolder geheel onder water door enkele dijkdoorbraken. Er was veel schade en er verdronken daarbij vier mensen.
1953 In het noorden van het land heerste werkeloosheid. In het westen was er een arbeidstekort. Voor werknemers uit Drenthe en Overijssel die op de toegenomen werkgelegenheid afkwamen, werden in 1953 migrantenflats gebouwd aan Albert Schweitzerlaan, Raadhuisplein en Boerhaavelaan.
1958 Hollandsche IJsselkering gereed. De Stormvloedkering Hollandse IJssel is het oudste kunstwerk van de Deltawerken. De Hollandse IJssel is een belangrijke scheepvaartroute. Daarom kon deze niet worden afgesloten met een dam. Bovendien zou door de aanleg van een dam de drinkwatervoorziening in een groot deel van Zuid-Holland in gevaar kunnen komen door de instroom van zout water in de polders. Daarom werd gekozen voor een stormvloedkering met twee beweegbare schuiven die tussen betonnen torens hangen. Normaal gesproken varen de schepen onder de schuiven door. Alleen in noodgevallen worden de schuiven neergelaten, waarmee de rivier volledig wordt afgesloten. Schepen (zelfs grote) kunnen dan nog passeren in een naastgelegen sluis. In januari1954 nog geen jaar na de Watersnood werd begonnen met de baggerwerkzaamheden. Op 6 mei 1958 werd de eerste schuif voor het eerst neergelaten, als proef. Later in dat jaar, op 22 oktober, werd de Stormvloedkering in gebruik genomen. De twee deuren van ruim tachtig meter breed en 11,5 meter hoog zijn ieder tussen twee torens met een hoogte van 45 meter aan staalkabels opgehangen. Tegelijk met de kering werd een brug gebouwd, de Algerabrug. De eerste verbinding tussen de Krimpenerwaard en het vasteland van Zuid-Holland. Deze verbinding maakt onderdeel uit van de N210 en betekende het begin van een geweldige groei van de gemeente Krimpen aan de IJssel in de jaren zestig van de vorige eeuw en daarna. De totale kosten van de Stormvloedkering Hollandse IJssel bedroegen ongeveer veertig miljoen gulden (zo’n achttien miljoen euro).
1960 In september werd het eerste deel van het winkelcentrum aan het Raadhuisplein geopend. Het begin van het nieuwe centrum van Krimpen. Inmiddels uitgegroeid tot een groot en overdekt winkelcentrum “Crimpenhof”. Ook het raadhuis werd van de Veerdam hierheen verplaatst. In 1967 wordt het administratieve deel in gebruik genomen. Veel later –in 1980- wordt het bestuurlijke deel geopend. In 2015 is een compleet nieuw raadhuis –op de fundamenten van het oude verrezen.
1962 In 1962 kwamen de eerste Molukse gezinnen naar Krimpen. Ze werden gehuisvest in woningen die waren gebouwd in het eerste deel wat later de ‘Molukse wijk’ genoemd zou worden. De huizen stonden toen nog afgelegen midden in het weiland. De gezinnen werden per bus naar Krimpen vervoerd. De weinige huisraad kwam per vrachtwagen er achteraan. In 1951 waren de Molukkers naar Nederland gekomen. Ze waren in de knel gekomen in het dekolonisatieproces van Indonesië. Toen ze in Nederland arriveerden kregen ze te horen dat ze ontslagen waren uit het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (KNIL). Ze mochten ook niet werken, want hun verblijf hier zou slechts tijdelijk zijn. Ze werden ondergebracht in kampen, die onder toezicht stonden van het Commissariaat Ambonezenzorg van het Rijk. Eind jaren vijftig veranderde het Rijksbeleid 180 graden met de zelfzorgregeling. Dit betekende een grote omslag van gedwongen nietsdoen naar verplicht werken (meestal ongeschoolde arbeid). Het Rijk ging toen ook overal in Nederland woonwijken bouwen.
1985 De tewaterlating van de Koningin Beatrix en zwaar weer voor de scheepsbouw. Op 9 november 1985 was Koningin Beatrix in Krimpen aan den IJssel om daar bij de scheepswerf Van der Giessen – De Noord de naar haar genoemde veerboot te dopen. De veerboot werd gebouwd in opdracht van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland voor de verbinding Hoek van Holland – Harwich. Zij had een capaciteit van 1200 passagiers en 524 voertuigen. De tewaterlating verliep vlekkeloos. Bij veel werknemers echter moet het getoeter als signaal van het naderende einde hebben geklonken. In april van dat jaar had de directie het ontslag van 1200 van de 1600 werknemers aangekondigd. Oorzaak: het Rijk heeft aangekondigd de rijkssteun aan de scheepsbouw drastisch te verminderen. In het Sociaal Plan dat de directie hierover met de vakbonden heeft gesloten zijn het Sociaal Plan en veerboot aan elkaar gekoppeld. Als de veerboot niet op tijd en binnen de raming wordt opgeleverd is er geen geld voor het Sociaal Plan. Er wordt dus maximale druk op alle werknemers uitgeoefend, of ze nu mogen blijven of straks worden ontslagen, om “gewoon hun werk te doen”. Deze mannen verdienen dan ook extra grote waardering voor hun inzet. Er is niet veel nodig om zich de sfeer voor te stellen waarin men zijn werk moest doen. Werknemers die te horen hadden gekregen dat dit hun laatste klus was, werkten schouder aan schouder samen met de mannen die ook na de oplevering van de Koningin Beatrix mochten blijven.
1988 Op 11 januari 1988 opende de minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Neelie Kroes, de wisselstrook. Door de rijrichting te wisselen van ochtendspits richting Rotterdam naar de avondspits richting Krimpen werd de capaciteit van de Algerabrug belangrijk uitgebreid, al werd het doel: “geen files meer” niet bereikt.
1997 Lansingh Zuid wordt als laatste uitbreidingswijk van Krimpen ontwikkeld. De meeste woningen werden er gebouwd in de periode tot
2007 De gemeente heeft dan circa 29.000 inwoners.
2014

Besluit tot een gemeentelijke herindeling van de Krimpenerwaard.

Krimpen aan den IJssel blijft zelfstandig.