Een ‘mattefrot’ zo noemde de vroegere Krimpenaar een bedrijf(je) waar rietmatten werden gemaakt. Een rietmattenfabriek dus. Bedrijven die je sinds 1967 niet meer vindt in Krimpen aan den IJssel. Maar vroeger waren er wel vier! En heel wat Krimpenaren verdienden hun brood met dat ‘mattefrotten ‘. Het riet voor de fabrieken kwam uit de omgeving, maar vooral ook uit de Biesbosch. Ieder jaar werd het riet gesneden en vervolgens werden de geselecteerde stevige stengels gedroogd. Daarna werd het gebruikt voor het dekken van daken of voor het maken van rietmatten.
In de rietmattenfabriekjes werden de gedroogde rietstengels met sisal aan elkaar verbonden tot oprolbare rietmatten. De matten werden verkocht aan tuinders om de, toen nog onverwarmde, kassen af te dekken. Maar ook in de steenplaatsen werden ze volop gebruikt om de drogende stenen tegen het weer te beschermen. De rietmatten werden als product opgerold en opgestapeld. Deze ‘rietschelven’ zie je op meerdere vroegere foto’s terug. De rietmattenfabriekjes zorgden zo voor een groot brandgevaar. Al op 3 april 1751 werd daarom door schout en schepenen een keur uitgegeven, die roken en vuur verbood bij het passeren van de mattefrot. Men riskeerde een, voor toen zeer hoge, boete van drie gulden! Begin 20e eeuw liep het gebruik van rietmatten bij tuinders en steenplaatsen terug doordat deze bedrijven anders gingen werken of verdwenen. Dat werd het einde van de mattefrot.
De in Krimpen gevestigde mattefrotten waren:
- Gebroeders van Walsum/Demmenie, in Het Boveneind
- Mijnlieff, IJsseldijk tussen Steenbakkerstraat en Kortlandstraat
- Gebroeders van Walsum, IJsseldijk net voorbij de Tuinstraatstoep
- Familie Boers, in de Stormpolder