Menu Sluiten

Koolteerfabriek

Een belangrijke werkgever begin 20e eeuw was de Koolteerfabriek. Eigenlijk ‘de afdeling Koolteer van de N.V. Utrechtse Asphaltfabriek’ geheten. Later werd dit Cindu. Deze fabriek was gevestigd op de plaats waar tot ongeveer 1890 de heer Weggeman Guldemont een steenplaats had. De koolteerfabriek kreeg het teer van verschillende gasbedrijven en de Hoogovens. De teer werd op de fabriek gekraakt waarna producten vrijkwamen zoals benzol, hars, naftaline en fosfor. Al deze producten gaven hadden zo hun eigen luchtje, zodat het op de Schaardijk echt stonk. Als dan ook de naftalineloods openstond, was de hele omgeving vol met naftalinekristalletjes. Hier gingen je ogen van tranen en je ademde de naftaline natuurlijk ook gewoon in. Later verhuisde de hele fabriek naar het moederbedrijf in Uithoorn. De tanks, die op het terrein achterbleven, zijn nog jarenlang in gebruik geweest als opslagplaats voor chemisch afval. De Exploitatie Maatschappij Krimpen, kortweg E.M.K., was hier verantwoordelijk voor. Het bedrijf hield zich bezig met het milieuvriendelijk vernietigen van chemisch en vloeibaar havenafval. Wat daarvan het trieste resultaat is, hebben we inmiddels ontdekt: een gigantische gifbodem tot bijna aan het grondwater (bron: Toen en nu van de gemeente Krimpen aan den IJssel, J. Bonte, 2008).

Koolteerfabriek (datum onbekend)