Menu Sluiten

Middenstand

Tot de jaren zestig van de vorige eeuw waren in Krimpen aan den IJssel veel winkels gevestigd. Met name in ‘t Enge, het toenmalige centrum van de gemeente, maar ook in de Tuinstraat, Waalstraat, de Kortlandstraat en het Boveneind. Een recente inventarisatie leverde maar liefst 170 winkels op. Ongetwijfeld zijn het er nog meer geweest. Soms waren het kleine verkooppunten. Je kon het eigenlijk geen echte winkel noemen, maar als de man langs de deuren ging met zijn waar, kon de vrouw altijd nog iets ‘achterom’ leveren. 170 winkels op een bevolking van 6.500 duizend inwoners (in 1946) was ook voor die tijd fors.

Kenmerkend voor de winkels in wat we tegenwoordige de food-sector noemen was de verdeling tussen enerzijds een buurtwinkel en anderzijds een ‘uitbrengwijk’. De buurtwinkel was een klein winkeltje, soms niet meer dan een bescheiden achterom in een schuur. De uitbrengwijk was een groot, vaak de gemeente overschrijdend gebied, waar het bestelboekje bij de klanten werd opgehaald en later de bestelling werd bezorgd. Dit gebeurde één of twee keer per week, tot in Kralingse Veer, Capelle aan den IJssel en Ouderkerk aan toe. De klantenkring hing vaak samen met geloof of politieke overtuiging. De socialisten gingen naar de Coöperatie, de gereformeerden bezochten winkels van een gereformeerde winkelier.

De melkboer kwam wel dagelijks, met uitzondering van zondag. Melk was niet lang houdbaar. Snel koken in de melkkoker, wegzetten in de kelder en een dag later nog een keer aan de kook brengen. Veel meer mogelijkheden om de melk goed te houden waren er niet. Koelkasten en houdbare melk waren nog lang niet in zicht.

De geschiedenis van de buurtwinkel, en het verdwijnen daarvan, is in Krimpen aan den IJssel niet anders dan in de rest van Nederland. Echter met de komst van de Algerabrug en de daarop volgende uitbreiding van Krimpen naar 25.000 inwoners, werd dit proces enorm versneld. Anderzijds zorgde de groei ook voor nieuwe kansen. De Coöp zelfbedieningswinkel was in 1960 de eerste winkel parallel aan de Buys Ballotsingel. Meerdere winkels volgden, de meesten van buiten Krimpen. Een nieuw winkelcentrum, de huidige Crimpenerhof, ontstond. In de krant ter gelegenheid van de opening van dit nieuwe centrum staan onder meer de Gego, Ebeli, Heijkoop, de Lis (drogist), Rosita kapsalon, de Vitaminebron (groente en fruit uit Gouda), van Buuren (bloemen uit Beesd en Rotterdam) en bakker Hofman (uit Krimpen aan de Lek) genoemd. Een tweede winkelstrip, parallel aan de Prins Bernhardstraat, werd geheel en al op initiatief van Krimpense winkeliers gebouwd. Hier openden in 1962 onder andere Vogelenzang de Jong Elektra, Van Vliet Mode, Boudesteyn Schoenen, drogist Van der Schelling, slager Van Dam, bakker Van Vliet en Kooy Woninginrichting hun deuren.

Hiermee was de omslag van een dijkdorp naar forensengemeente een feit.

Kruidenier L. van Jeveren in zijn winkel aan de Rotterdamseweg/hoek Kruisstraat